Eén jaar na de hereniging: OpenWheelWorld.net kijkt terug

“We zijn herenigd.” Op 22 februari 2008 werden deze inmiddels legendarische woorden door Indy Racing League eigenaar Tony George en Champ Car World Series eigenaar Kevin Kalkhoven uitgesproken. De huidige IndyCar Series organisatie is uiteraard zeer tevreden met de ‘hereniging’, terwijl het voormalige Champ Car kamp nog bijkomt van een jaar lang durende kater. Na de review van de IndyCar Series, kijkt ook OpenWheelWorld.net terug op één jaar hereniging.

Zoals vandaag in het op op OpenWheelWorld.net gepubliceerde artikel over de herenigde IndyCar Series vanuit de organisatie bekeken duidelijk werd, is men in het management van de serie zeer positief over de ‘hereniging’ van de Champ Car World Series met de Indy Racing League. Vreemd is dit niet; ze hebben tegenwoordig het rijk voor zichzelf alleen. Constant wordt er publiekelijk gesproken over hoe goed het eerste seizoen als één serie was en dat de Amerikaanse openwheel autosport weer echt herenigd is, maar hoeveel hiervan is waarheid en welk deel is niet meer dan PR-praat?

Vooraf moet één ding wel duidelijk zijn: de hereniging tussen Champ Car en de Indy Racing League is iets dat al jaren eerder plaats had moeten vinden. Als gevolg hiervan hebben veel fans in beide raceklassen interesse in de sport verloren, zijn vele sponsors uit de series gestapt en heeft de belangrijkste race van Amerika, de Indianapolis 500, veel van zijn glans verloren.

Een goede start is het halve werk…

Waarschijnlijk het beste werk dat de IndyCar Series organisatie samen met de teams die al langer in deze serie reden hebben geleverd, is de snelle reactie na het bevestigen van de herenigingsovereenkomst. In enkele dagen wisten ze overal wagens vandaan te halen, tot aan wagens die al waren afgeschreven als showwagens aan toe. Op deze manier konden de Champ Car teams die de overstap maakten in vier weken tijd de wagens opbouwen om zo nog één week over te houden om met de wagens op Sebring en Homestead te testen.

Daarnaast was het programma dat Champ Car teams koppelde met IndyCar Series teams voor het leren werken met het nieuwe materiaal een geniaal idee dat de Champ Car teams in staat stelde om sneller de achterstand in te lopen.

IndyCar Series echt ‘herenigd’?

Wie je ook van de huidige IndyCar Series organisatie aan het woord laat, iedereen zal bevestigen dat de Champ Car World Series en de Indy Racing League nu echt samen één raceklasse zijn, maar tot in welke hoogte is dat ook zo?

In grote lijnen houdt de hereniging van beide series op bij dat alle teams in één raceklasse rijden, met dezelfde wagens, op dezelfde circuits, onder dezelfde reglementen en voor hetzelfde kampioenschap.

De organisatie van de ‘herenigde IndyCar Series’ is echter vrijwel dezelfde als die van het 2007 Indy Racing League seizoen. Op het gebied van organisatie is er van een fusie tussen Champ Car en IndyCar absoluut geen sprake. Slechts één persoon die in 2007 werkzaam was voor Champ Car, vervulde vorig jaar een hooggeplaatste functie binnen de raceklasse: Tony Cotman, als wedstrijdleider. Echter verliet Cotman in januari 2008, dus voor de hereniging, Champ Car al voor deze functie binnen de IndyCar Series.

Het beleid van de organisatie is dan ook nauwelijks anders dan het geval was voor de ‘hereniging’. Zo blijven de ovals, ondanks dat dit in de VS NASCAR-gebied is, met 60% van de kalender de meest gebruikte type baan in 2009, tegenover 25% permanente/vliegtuig circuits en slechts 15% stratencircuits. Ook focust de serie zich, net als de gemiddelde Amerikaan, volledig op de Amerikaanse markt en ziet daarbij internationale mogelijkheden over het hoofd. Dit beleid is mede debet aan het verliezen van Champ Cars grootste buitenlandse race, in het Australische Surfers Paradise, en daarmee het Team Australia project van Craig Gore bij KV Racing en de daarbij horende sponsor Aussie Vineyards.

De statistieken van beide raceklassen waren vorig jaar nog niet herenigd. Volgens de huidige IndyCar Series statistieken is Sam Hornish Jr. nog steeds de meest succesvolle coureur met negentien overwinningen, terwijl deze eer eigenlijk hoort te gaan naar AJ Foyt met maarliest 67 overwinningen. Aanvankelijk was het plan van de ‘herenigde IndyCar Series’ om de statistieken in 2009 wel te combineren, op dit gebied blijft het dus afwachten.

Op het vlak van de kalender is er ook nog weinig te merken van een hereniging. Slechts drie van de negentien races tellende kalender (inclusief Long Beach en Surfers Paradise) in 2008 waren Champ Car evenementen en dit aantal blijft ook dit jaar onveranderd. Alleen de Champ Car races in Long Beach, Toronto en Edmonton staan op de kalender, terwijl andere succesvolle Champ Car circuits als Cleveland, Houston, Road America, Portland, Laguna Seca en Mexico City aan de kant staan.

Ook lijkt er tussen de Champ Car en IndyCar Series teams een duidelijke scheidingslijn te zijn. Vooral op rijdersvlak is dit duidelijk; Champ Car teams werken liever met mensen die ze kennen uit hun oude serie en datzelfde geldt voor de vaste IndyCar Series teams.

Sponsoring

Op het sponsorvlak begon vorig jaar echter erg positief. Niet lang na de hereniging werden deals met Peak Motor Oil, Coca Cola en IZOD getekend en vond de serie zelfs in DirecTV een ‘presenterend sponsor’, dat in het officiële IndyCar Series logo kwam te staan.

Gedurende het seizoen vorderde leek het er op dat de serie zelfs een titelsponsor zou vinden, iets dat sinds FedEx Champ Car in 2002 verliet niet meer in de Amerikaanse openwheel racerij was gezien. Maar tot een deal met een sponsor zou het nooit komen.

Aan het eind van het jaar verlieten zelfs meerdere grote sponsors de serie als gevolg van acties van de organisatie. Zo schoot de deal tussen de IndyCar Series en een Braziliaanse ethanol leverancier bij Rahal-Letterman Racing hoofdsponsor Ethanol in het verkeerde keelgat en staakte de sponsoring, waardoor Rahal-Letterman dit jaar bij gebrek aan sponsoring waarschijnlijk alleen de Indy 500 zal rijden. Ook ‘presenterend sponsor’ DirecTV was geen lang leven beschoren. Deze sponsor stapte op nadat de IndyCar Series voor een Amerikaanse Tv-deal met een zender van concurrent ComCast was gegaan.

Toekomst

De toekomst van de herenigde IndyCar Series zal afhangen van de wagens en motoren van de toekomst, die in 2011 of 2012 komen. Op dit vlak is één ding zeker: de wagen van de toekomst zal worden gebouwd door Dallara. De Italiaanse racewagenfabrikant heeft een exclusiviteitscontract met de IndyCar Series. Doordat er op dit vlak geen marktwerking van kracht is, zal de prijs van de nieuwe wagen hoger uitvallen dan zonder deze deal.

De echte sleutel tot een succesvolle toekomst van de IndyCar Series is de toekomstige motor. Deze zal als eerste grote raceklasse ter wereld de vraag naar kleinere, efficiëntere en milieuvriendelijkere (turbo)motoren beantwoorden, wat voor veel autofabrikanten een interessante mogelijkheid zal zijn. Momenteel nemen naast de huidige motorleverancier Honda ook Audi, Fiat, Volkswagen en Porsche deel aan de gesprekken om in de IndyCar Series in te stappen. De terugkeer van competitie tussen automerken in de Amerikaanse openwheel autosport zal als gevolg hebben dat er veel geld in de serie zal worden gepompt, zowel in teams als in marketing.

De terugkeer van turbomotoren heeft daarnaast een ander groot voordeel voor het ontwerp van de wagens. Door de turbo zal een airbox op de wagens overbodig worden, terwijl ook de pop-off valve waarschijnlijk terug zal keren. De lage voorkant van de huidige wagens zal door de grote hoeveelheid permanente- en stratencircuits ook worden aangepast, de verwachting is dat de huidige pullrod ophanging (ideaal voor racen op ovals) zal worden vervangen door een hogere pushrod ophanging (beter geschikt voor racen op niet-ovals). Hierdoor zal de wagen van de toekomst meer op een Champ Cars gaan lijken, die door de gemiddelde autosportfans als aantrekkelijker worden gezien dan de huidige IndyCar Series Dallara’s.

Als de IndyCar Series de gesprekken met de autoleveranciers dus goed aanpakken, kan er van uit worden gegaan dat de IndyCar Series binnen vijf jaar sterk kan gaan groeien.