Champ Car afvaardiging maakt indruk op Daytona

De Champ Car afvaardiging heeft afgelopen weekend tijdens de Rolex 24 (24 uur van Daytona) een goede indruk achtergelaten. In het team dat vanaf pole position startte reden twee Champ Car coureurs, veelvuldig leidden Champ Car coureurs zowel in de Prototype- als de GT klasse de race en uiteindelijk eindigde het team met voormalig Champ Car coureur en huidig PKV Racing mede-eigenaar Jimmy Vasser als tweede.

Vasser, die voor Gainsco Racing een wagen deelde met NASCAR kampioen Jimmie Johnson en voormalig Atlantic coureurs Alex Gurney en Jon Fogarty, leek gedurende de nacht op weg te zijn naar de overwinning. Zes uur voor het vallen van het zwart/wit geblokt gooide een probleem met de versnellingsbak echter roet in het eten, waardoor het team zes ronden verloren. Uiteindelijk kon het team zich nog terugvechten naar een tweede positie, op twee ronden achterstand van het winnende Ganassi team.

“Je kunt in zo’n race beter als vierde finishen dan tweede,” zei Vasser. “Als je tweede eindigt zit je wel erg dicht bij de overwinning. We reden de hele nacht in de top, geheel volgens het plan, terwijl we voorzichtig met de wagen omsprongen. Het is een verhaal dat typisch bij zo’n race hoort, maar als je pas zo laat met zulke problemen te maken krijgt is dat erg vervelend. Ik race tegenwoordig niet meer zo vaak, dus het was goed om weer in het ritme te komen en te kunnen vechten voor de overwinning.”

Het vanaf pole position gestarte Michael Shank Racing team met Justin Wilson en Graham Rahal was ook tot de ochtend voorin het veld te vinden, totdat Wilson te wijd ging en zijn achterwielophanging brak in een gat dat zich gedurende de race vlak voor een kerbstone had gevormd.

“Ik zat al 2 uur en 45 minuten in de wagen toen het gebeurde,” verklaarde Wilson. “Ik reed op het limiet en probeerde een probleem met hoge watertemperaturen onder controle te houden. Ik ging in de eerste bocht misschien 20 centimeter te wijd en reed in een gat. Dat brak de ophanging. Tot dat moment presteerde de wagen geweldig en het team deed zoals altijd geweldig hun werk. Ik ben alleen teleurgesteld dat dit ons waarschijnlijk een podiumpositie kostte.”

In de GT-klasse ging de overwinning naar 2007 Champ Car Atlantic kampioen Raphael Matos met het SpeedSource team. In diezelfde klasse waren Jan Heylen en Robert Doornbos minder gelukkig. Heylen kon nog redelijk tevreden met een zesde positie, Doornbos’ Porsche kreeg problemen met de wielophanging en zag de finishvlag als 23ste, na in de avond zelfs enige tijd aan de leiding te hebben gereden.

“Het was een schitterende ervaring om hier te rijden,” zei de Nederlander. “Het was bovendien de eerste keer dat ik met een dak boven mijn hoofd reed. In het begin van de wedstrijd liep alles op rolletjes, totdat we werden aangetikt door de Pontiac Riley. De reparaties die volgden kostten waanzinnig veel tijd en verloren daarmee de aansluiting op de rest. In de tweede helft van de 24-uursrace hebben we ons nog naar voren weten te knokken en eindigden we na veel oponthoudt op plaats 23. Jammer dat we niet op het podium zijn belandt, want we hadden een goede club met rijders bij elkaar. Ik hoop volgend jaar weer aan deze 24-uursrace deel te kunnen nemen, want dit smaakt zeker naar meer.”

Voor Ryan Dalziel was de race al voor het vallen van de avond, na 97 ronden kwam zijn race al ten einde.