Volgende Race: Firestone Grand Prix of St. Petersburg, 01 Maart
Arie Luyendyk voor de 1991 Indianapolis

Pole Day 1991: De gemiste kans van Arie Luyendyk op zijn eerste Indy pole

Geplaatst
Gewijzigd
Geschreven door
Als winnaar van de Indianapolis 500 in 1990 was Arie Luyendyk in 1991 op Pole Day één van de grote favorieten voor pole position. Het ging echter op een bizarre wijze fout voor de Nederlander. Speciaal voor OpenWheelWorld.net blikt Henri Greuter, co-auteur van het boek ‘Novi: The Legendary Indianapolis Race Car’ terug op dit bijzondere kwalificatieweekend.

Een ooggetuige verslag vanuit Turn 4 op de Indianapolis Motor Speedway op 11 mei 1991

In 2021 werd de laatste race vooraf gaande aan de Indy 500 gewonnen door een Nederlander: Rinus Veekay won onlangs de Indy GP. 30 jaar geleden gebeurde vrijwel exact hetzelfde! Het enige verschil met 2021 is dat toen de race voorafgaande aan de Indy 500 de Phoenix 200 was, gehouden op de 1 mijls oval van Phoenix. En uiteraard was er maar één Nederlander die het voor elkaar kon krijgen die race te winnen: Arie Luyendyk.

Alles met elkaar een goede reden om eens terug te kijken of de gebeurtenissen van 30 jaar geleden.

Een ooggetuigeverslag in het Nederlands over een kwalificatieweekend op Indianapolis in 1991? Door een Nederlander geschreven? Van wie waren die ogen dan wel?

Als jochie van 12 jaar kreeg ik in juni 1973 mijn eerste Michel Vaillant album, “De grote Match” en maakte daarin voor het eerst kennis met een circuit genaamd Indianapolis. Pas enkele maanden later ontdekte ik dat dit vreemd ogende circuit ook echt bestond, maar in Nederland nauwelijks bekend was en/of aandacht kreeg.

Mijn tweede Michel Vaillant album was “Paniek in Indianapolis”. Weer werd mijn aandacht getrokken door de auto’s met die rare naam Novi, die ook in dit album voorkwam. Ik deed ze af als fantasie, maar in begin 1975 ontdekte ik geheel toevallig dat er op Indianapolis ooit echt Novi’s hadden meegereden. En daarbij werd terloops vermeld dat het heel bijzondere auto’s waren geweest, al hadden ze nooit gewonnen.

Chet Miller met de Novi tijdens de Indianapolis 500 van 1952 Vanaf begin jaren ’80 slaagde ik erin boeken over Indy naar Nederland te krijgen en wist ik zeker, daar moet ik ooit een keer naar toe. Mijn belangstelling voor die Novi’s groeide alleen maar nu ik daadwerkelijk van alles kon lezen over hoe bijzonder deze wagens wel waren. Maar een eigen boek over de wagens en hun geschiedenis, dat bestond niet.

Tijdens een langdurige revalidatie in 1985 begon ik een literatuurstudie over de Novi’s. In 1987 kwam ik in contact met een Amerikaanse journalist die me wat materiaal opstuurde en liet weten mettertijd een boek over de wagens, de mensen en de verhalen wilde gaan schrijven.

In 1988 maakte ik mijn droom waar en was voor het overgrote deel van de maand mei in Indianapolis. Ik ontmoette de journalist George Peters en enkele van de nog levende mensen uit de Novi geschiedenis. Toen ik weer naar huis ging, was dat met het voorstel van George Peters op zak om samen aan dat boek over de Novi’s te gaan werken.

Door een samenloop van omstandigheden kon ik ook in 1989 naar Indy afreizen en er weer bij zijn. Plannen voor 1990 had ik niet, maar omdat een van de vrienden die ik daar ter plekke had gemaakt nog maar enkele maanden te leven had (kanker), vroegen hij en zijn familie of ik wilde overwegen te komen zodat ik ook bij zijn laatste Indy 500 zou zijn.

Tony Bettenhausen met een Novi in 1957 Uiteraard was ik, sinds zijn debuut in 1985, zeer geïnteresseerd in de verrichtingen van onze landgenoot Arie Luyendyk. Arie was niet de belangrijkste factor waarom ik naar Indy wilde gaan, maar wel een hele goede extra kers op een toch al zo heerlijke taart! En het met eigen ogen Arie’s verrichtingen in mei 1990 zien is voor mij nog altijd één van de hoogtepunten in mijn leven.

Voor mei ’91 hing het erom of het zou lukken, maar rond die tijd kon het boek van George en mij uitkomen. Daar moest ik natuurlijk bij zijn! Maar ook: weer de gelegenheid om te kunnen volgen wat Arie deed, nu niet meer als de Nederlander in het startveld, maar als één van de grote mannen die ooit Indy hadden gewonnen.

En zo is het dus allemaal gelopen en tot stand gekomen dat dit ooggetuigenverslag over één van de meest bijzondere Pole Weekends ooit in de hoogtijdagen van de CART era op Indy tot stand kon komen.

”Meest bijzondere Pole Weekends ooit …..”En wel omdat …..

Arie  Luyendyk, Indianapolis Ondanks het succes van 1990 (winnen in Indy) ging Doug Shierson Racing (het team van Luyendyk) niet verder in de Indycars. Met een Indy zege op zak was er voor Shierson weinig meer te wensen over om nog te bereiken. Bovendien waren er voor hoofdsponsor Domino's Pizza's diverse problemen ontstaan, die leidden tot hun vertrek als sponsor. Maar hij had nog altijd één waardevol bezit: het recht om de almachtige Chevy Indy V8 te mogen leasen.

Dat recht deed hij over aan Vince Granatelli Racing, een team dat in recente jaren met Penskes van het jaar tevoren had gereden, voorzien van Buick motoren. Het team ging echter terug naar één enkele auto voor het CART seizoen. Maar dit jaar wel het laatste type Lola voor het team. Behalve de Chevy deal nam Granatelli ook de rijder van Shierson over: Arie Luyendyk. Bovendien kwam van Pat Patrick Racing engineer Mo Nunn over naar Granatelli. Ook komt er een fikse sponsordeal met UNO, een cardboard spel, van eigenaar Bob Tezak.

Alles met elkaar voor Arie een pakket dat mogelijkheden biedt competitief kan zijn. In de eerste twee races (Australië en Long Beach) scoort het team een negende en vijfde plaats. En in de derde race van het jaar, de oval van Phoenix volgt een welverdiende zege! Een lekker begin voorafgaande aan Indianapolis.

Arie  Luyendyk, Indianapolis Ik had dat jaar dus meerdere redenen om in wei '91 weer op Indianapolis te zijn en veel van de gebeurtenissen aldaar mee te beleven. En zo was ik getuige van wat een van de meest bijzondere Pole Days uit de geschiedenis en een al even zo ‘Second Day of Qualifying’.

Als ‘defending winner’ en recent winnaar op Phoenix, zijn de ogen op Arie gericht tijdens de trainingen op Indy, in de aanloop naar Pole Day. Arie maakt het waar: tijdens de trainingen is hij doorlopend bij de snelsten te vinden, in gezelschap van uiteraard de Penskes met Rick Mears en Emerson Fittipaldi.

Maar de Indy regels laten ook teams toe die alleen maar op Indy deelnemen. En dit jaar is onder hen een serieus sterke concurrent. John Menard’s team heeft in voorafgaande jaren steeds gereden met Lola’s van tenminste een jaar oud, voorzien van Buick V6 `stock blocks`. Motoren die 0.79 liter meer inhoud en 10 Inch meer turbodruk mogen gebruiken dan de DOHC motoren van de CART teams en gauw 70 tot 100 pk meer vermogen hebben.

Dit jaar echter heeft Menard voor het eerst gloednieuwe Lola’s besteld die fabriekswege al zijn aangepast op gebruik met de V6. Veteranen Gary Bettenhausen en Kevin Cogan zijn er razendsnel mee. De in fluorescerend kleuren geel, rood en oranje gespoten Menard wagens doen pijn aan je ogen, vooral Bettenhausen’s voornamelijk gele Lola is niet te missen.

Gary Bettenhausen, Indianapolis Op foto's van de twee Menard Lola-Buicks komen de kleuren als normaal over, maar geloof me, de werkelijke kleuren waren fluorescerend tot en met en deden in de felle zon pijn aan je ogen.

Leuk detail dat ook niet is te missen: In het CART seizoen rijdt Arie met startnummer 9 en heeft Al Unser Jr als kampioen van 1990 de nummer 1. Maar CART organiseert Indy niet, dat doet USAC. En het recht om de nummer 1 te gebruiken is in Indy voorbestemd voor de winnaar van het jaar tevoren. En dus draagt Arie's fluorescerend oranje Lola met trots een duidelijke 1 op de neus en de zijkant.

Aan het einde van Fast Friday (10 mei) behoren behalve Team Penske en Arie ook Gary Bettenhausen en Kevin Cogan met hun Lola-Buicks tot de favorieten voor de Pole. Meest stockerende gebeurtenis van die dag is de crash van Rick Mears, die voor het eerst in zijn carrière crasht op Indy. Hij moet overstappen naar een reservewagen, niet lekker om mee te maken daags voor Pole Day.

Na het sluiten van de baan om zes uur ’s avonds wordt er geloot voor de startvolgorde de volgende dag, waarin de deelnemers zich mogen kwalificeren. De meerderheid van het aanwezige publiek gaat uit zijn dak als niemand minder dan de levende Indy legende A.J. Foyt als eerste blijkt te mogen vertrekken voor een kwalificatiepoging. Het blijkt achteraf gezien een beslissende factor te zijn in het verloop van Pole day.

De 1941 Pace Car Het gezelschap met wie ik Pole Day ga meemaken kiest dit jaar niet voor Turn 1 als locatie, maar we gaan naar Turn 4 toe, lekker in het zonnetje zitten! De lucht is niet echt helder, maar de skyline van Indianapolis, sinds vorig jaar gedomineerd door de nieuw opgeleverde Bank One Tower is ondanks het heiige weer wel te zien.

Pole Day kent de gebruikelijke tradities, de laatste trainingsessies, wat ceremonies vooraf. Ik had eigenlijk gehoopt op een parade van een groot aantal ‘veteran cars’ om de 75e Indy 500 luister bij te zetten. Dat valt tegen, we krijgen één van de 1934 Cummins Diesel's te zien en die hele aparte Chrysler Pace car van 1941.

Dan is het zover. Om elf uur wordt de baan vrijgegeven voor kwalificaties en A.J. Foyt gaat onder luid gejuich op pad en sluit zijn poging af met een behoorlijke 222.443 mph als gemiddelde. Na hem gaat Randy Lewis de baan op maar hij crasht hard in Turn 1. Gelukkig komt Lewis met de schrik vrij, maar om de één of andere reden duurt het opruimen en vrijgeven van de baan ongebruikelijk lang. Gedurende die tijd slaat het weer om, van zonnig en warm wordt het ineens bloed en bloedheet! Dat heeft dramatische gevolgen voor de baancondities…

Mario  Andretti, Indianapolis Pas na ongeveer een halfuur gaan de kwalificaties weer verder. Maar de snelheden van de diverse deelnemers zakken in en lange tijd behoudt Foyt zijn pole. Mario Andretti komt nog het dichtste bij maar blijft achter Foyt tweede.

Uiteindelijk verliest Foyt zijn pole Position als Rick Mears hem uiteindelijk van Foyt afpakt, met een gemiddelde van 224.113 mph, nog altijd langzamer dan Fittipaldi vorig jaar, toen hij de pole won. Het is dan tien voor één in de middag en nog steeds erg warm.

De omstandigheden zijn zo slecht dat meerdere rijders hun kwalificatiepoging afbreken (zoals Kevin Cogan), of na de warm-up laps voortijding binnenkomen zonder hun kwalificatiepoging te beginnen (zoals Bettenhausen). Of zelfs helemaal niet de baan opgaan. Allemaal wachtende op betere condities later op de middag. Ook Arie laat de gelegenheid om te kwalificeren aan zich voorbijgaan.

Kevin Cogan, Indianapolis Lange tijd gebeurt er maar weinig en de aanwezigen wachten op de dingen die later in de middag gaan komen. Rond half vier echter zien wij vanaf de tribunes aan het begin van het rechte stuk en in Turn 4 dat de lucht in de verte begint te betrekken – het wordt bewolkt, en die wolken worden donkerder en donkerder. Op dat moment zijn er nog maar een stuk of tien auto’s gekwalificeerd en zijn pole kandidaten Fittipaldi, Cogan, Bettenhausen en Arie nog altijd niet gekwalificeerd.

Om kwart voor vier is het voor ons en alle andere mensen in Turn 4 duidelijk: het gaat snel regenen en hard ook. Was tot kort geleden de skyline van Indianapolis in de verte duidelijk te zien, nu wordt hij steeds vager en vager tegen een steeds donker wordende lucht.

Wie nog niet gekwalificeerd is en persé vooraan in het veld wil staan moet opschieten. Welke van de toppers is nog op tijd?

De skyline van Indianapolis Fittipaldi gaat om tien voor vier de baan op. Natuurlijk heeft Penske het weer voor elkaar om te maximaliseren. Maar ‘Emmo’ is niet zo snel als Rick Mears. Wij allen op de tribunes in Turn 4 weten het zeker: dat worden dus twee Penskes op de eerste startrij, want de Menard rijders en Arie staan te ver achterin de rij om nog een kans te hebben te kunnen kwalificeren, laat staan voor de Pole te gaan. Het regenfront dat in de verte hing komt razendsnel dichterbij en wordt steeds zwarter. Onmogelijk dat zij de regen voor weten te blijven.

Maar dan gebeurt er iets waarbij niemand zijn ogen kan geloven. Roger Penske laat de kwalificatiepoging van Fittipaldi afbreken!!!!

Ontsteltenis bij ons en elders op de tribunes. Penske geeft een zekere eerste startrij positie voor zijn tweede auto weg, want die regen komt eraan en ‘Emmo’ krijgt nooit meer bijtijds de kans om een nieuwe poging te wagen. Het uitzicht op de skyscrapers van Indy City is inmiddels al verdwenen achter een gordijn van regen….. We gaan verschrikkelijk nat worden…..

John Andretti gaat de baan op en sluit zijn kwalificatiepoging af onder de eerste druppels en even later regent het echt. Hard en lang genoeg om te weten dat er geen denken meer aan is dat er voor zes uur alsnog kan worden gereden. Alle blufpoker van hen die hoopten op betere omstandigheden later in de middag zijn afgetroefd.

Van alle pole kandidaten is alleen Rick Mears in het voorlopige startveld terug te vinden, maar wel op pole! Niemand die ik die middag spreek die bij me op de tribune zat snapt waarom Penske Fittipaldi niet zijn poging heeft laten afmaken, want dan had hij twee rijders voorin gehad. Penkse verklaart later dat hij Fittipaldi nog in reserve wilde houden voor het geval de Menard Buicks en Arie de tijd van Rick Mears nog hadden weten te verbeteren en daarmee Team Penske de pole hadden afgepakt.

De eerste startrij van de 1991 Indy 500: Mario  Andretti, A. J. Foyt en Rick  Mears Zo eindigt Pole Day ’91 met op de eerste startrij Rick Mears, AJ Foyt en Mario Andretti. En slechts twaalf rijders hebben een tijd gezet, alleen de eerste vier startrijen zijn op dit moment bezet.

We praatten na over de gebeurtenissen van die dag, maar we zijn het er allemaal over eens dat, wat we ook hadden verwacht, zeker niet dit! AJ Foyt en Mario op de eerste rij? Deze Front Row is wat ook hedentendage nog altijd wordt gezien als een van de meest legendarische eerste startrijen ooit in de geschiedenis van Indy..

En we kaarten na over hoe het zover kon komen, waarom duurde het opruimen van het wrak van Randy Lewis zo lang? En hoe kon de baan binnen dat halve uur tijd zoveel snelheid verliezen? Wat zou er allemaal gebeurd zijn als Lewis niet was gecrasht en de rijders direct na Lewis hadden kunnen rijden? Hoe snel zouden ze dan zijn geweest en wie had er dan zijn poging niet afgebroken? Hoe anders had deze dag kunnen worden, alleen door die ene crash.

En wat een dag staat ons morgen te wachten?! Zoveel van de snelste rijders nog niet gekwalificeerd, we krijgen morgen nog heel wat actie te zien.

Voor Team Menard, Fittipaldi en Arie rest nog een schrale troostprijs. De Pole kunnen ze niet meer veroveren, maar om als snelste deelnemer in het startveld te komen, die eer kunnen ze Rick nog afpakken. En misschien gaan de ‘track records’ er dan alsnog aan. Morgen, de tweede kwalificatiedag kan nog wel eens heel bijzondere dingen opleveren.

( ….. En: zo gebeurde het ook ……. )

FotografieHenri Greuter
Deel op Social Media
reacties Eén reactie!
Acceleration
22-05-2021, 17:08
Mooi verhaal! Leuk om dat soort historische verhalen te lezen, die ik nog niet kende! Top!