Spencer Pigot kijkt al uit na IndyCar-debuut na Indy Lights kampioenschap

Kersverse Indy Lights kampioen Spencer Pigot kijkt nu al uit naar zijn debuut in de Verizon IndyCar Series. De Amerikaan heeft met zijn titel recht op het rijden van tenminste drie IndyCar races, waaronder de honderdste editie van de Indianapolis 500. Pigot won zondag (lokale tijd) het Indy Lights kampioenschap door de seizoensfinale op de Mazda Raceway Laguna Seca te winnen.

“Dit is echt een droom die werkelijkheid wordt,” zei de Juncos Racing coureur. “Ik was zestien jaar oud toen ik mijn eerste Mazda-beurs won. Om hier met de Mazda wagen op de Mazda Raceway het kampioenschap van de hoogste trede van de Mazda Road to Indy te winnen is de perfecte afsluiter. Ik heb mijn hele carrière in de Mazda Road to Indy gereden, dus dit is erg speciaal. Ik kijk er naar uit om volgend jaar in IndyCar te rijden. Ik kijk uit naar de komende winter en naar wat we kunnen bereiken. Ik weet dat ik klaar ben voor volgend jaar, de nieuwe Indy Lights bolide is een geweldige voorbereiding en dat heb je ook tijdens de IndyCar test kunnen zien.”

Pigot kreeg het afgelopen weekend niet cadeau. Voor het weekend stond de 21-jarige coureur nog tweede op zes punten achterstand op Jack Harvey. Deze achterstand wist Pigot met een overwinning in de zaterdagrace op Laguna Seca om te draaien in een krappe voorsprong, waarna hij zondag het karwei af moest maken.

“Voor de start maakte ik me best wel zorgen met al mijn rivalen om me heen,” blikte Pigot op de zondagrace op Laguna Seca terug. “Ik had niet verwacht om al zo snel driewijd te gaan, maar ik zat middenin en was klaar voor wat wiel-tegen-wiel racen, het zat zo dicht bij elkaar! Ik ben verrast dat we elkaar niet raakten. Ik kan niet wachten om de beelden te zien, maar het was een goede eerste ronde, waarna ik me focuste op het voorblijven van Sean (Rayhall). Hij wilde maar niet in mijn spiegels verdwijnen! Zoals altijd heeft Juncos Racing me een geweldige wagen gegeven. We hebben nooit opgegeven en ze zijn altijd in me blijven geloven.”