Frustrerende kwalificatie voor Rahal Letterman Lanigan Racing

Ondanks dat Rahal Letterman Lanigan Racing over ervaren coureurs en personeel beschikt, blijft het team maar worstelen met hun wagens. Op vrijdag was het team nog hoopvol de problemen met de afstelling op te kunnen lossen, maar de kwalificatie wees uit dat de realiteit anders is: Graham Rahal kwam niet verder dan de achttiende startplaats, terwijl Oriol Servia het nog één positie slechter deed.

“De rode, alternatieve banden zijn maar goed voor één geklokte ronde,” legde Rahal uit. “We kwamen in die ronde net iets tekort en dat is bijzonder frustrerend. We zaten dit weekend dichterbij dan bij de vorige races en hadden het idee dat we misschien wel de Fast 12 zouden kunnen halen, maar het mocht niet zo zijn. Oriol en ik hebben beiden dezelfde klachten en je ziet dat veel goede rijders het lastig hebben. Als je dan ook nog ziet dat wanneer je drie tiende zou hebben gewonnen, je drie plaatsen (in de groep) hoger had gestaan, is het frustrerend. We hebben sinds gisteren veel progressie geboekt en hebben ook vanmorgen veel in de wagen gevonden. We zien wel wat het morgen wordt.”

Oriol Servia verraste in Long Beach nog door na een moeilijke start van het weekend, in de kwalificatie toch nog de Fast 12 te kunnen halen. Dit weekend zat het er echter niet in en moest hij genoegen nemen met een teleurstellende negentiende positie.

“Dit is niet de plaats die we wilden of waar we op hoopten, maar er kan maar een beperkt aantal coureurs door naar het tweede segment,” concludeerde Servia. “We hebben de afstelling gewoon niet in orde gekregen, dit circuit is onvergefelijk voor wagens met een onbalans. Vandaag zaten we er niet goed bij, maar morgen knokken we ons terug. In mijn eerste ronde op rode, alternatieve banden was ik erg snel, ik zat in een ronde waarmee ik de Fast 12 had kunnen halen, maar vervolgens kwam ik vast te zitten achter twee wagens die uit de pit waren gekomen. Op dat moment was ik al 2,5 tiende sneller. We staan nog niet waar we zouden moeten staan, dus hopelijk komen we er morgen wel.”