Simon Pagenaud wint knotsgekke Grand Prix of Baltimore

Simon Pagenaud heeft een knotsgekke Grand Prix of Baltimore op zijn naam geschreven. In een race die gekenmerkt werkt door een groot aantal neutralisaties wist de Sam Schmidt Motorsports coureur een gat van 4 seconden slaan met de rest van het veld. Josef Newgarden pakte met een tweede positie zijn eerste IndyCar podium, terwijl Sebastien Bourdais zich van de 22ste startplaats naar de derde plaats aan de finish reed.

De gevreesde regen bleef tijdens de zondagmiddag in Baltimore uit, maar het was wel bijzonder warm met temperaturen boven de 30C graden.

De vanaf pole position gestarte Scott Dixon kon bij de start de leiding behouden, maar zou al in de hairpin de leiding verliezen aan de als tweede gestarte Will Power. Kampioenschapsleider Helio Castroneves kwam tijdens de openingsronde in aanraking met Josef Newgarden en viel vanwege een vroege pitstop ver terug in het veld.

De openingsfase van de race kon zonder problemen worden verreden. Pas in de dertiende ronde moest de gele vlag voor de eerste maal worden gezwaaid, nadat Ed Carpenter zijn wagen in de bandenstapel geparkeerd had. De neutralisatie zou verlengd worden doordat de Hondamotor van Luca Filippi plofte.

Power kon na herstart een ruim gat slaan met de rest van het veld, maar zou dit volledig opgeven tijdens de eerste pitstop, waarbij hij te ver doorschoot en zijn wagen ook nog eens te dicht bij de muur parkeerde.

Na de eerste serie pitstops erfde Sebastien Bourdais de leiding. De Fransman had tijdens de eerste neutralisatie zijn eerste pitstop gemaakt en kon zo doorrijden terwijl de leiders naar binnen kwamen. Waar Power en Dixon onderling de strijd met elkaar aanbonden, kon Bourdais zijn voorsprong verder en verder vergroten, waardoor hij na zijn pitstop vlak voor Power de baan op kwam.

Een ronde na Bourdais’ tweede pitstop moest de pacecar voor de tweede maal zijn motor starten. Stefan Wilson was in aanraking met de pitmuur gekomen en moest weer op weg worden geholpen voor reparaties in de pit. Tijdens deze vielen de titelaspiraties van Ryan Hunter-Reay helemaal in het water toen de regerend kampioen zijn wagen met accuproblemen moest parkeren.

Het chaotische deel van de race begon bij de herstart van deze neutralisatie. Waar Bourdais de leiding wist te behouden, viel Power voor de eerste bocht terug naar de vierde plaats, terwijl Graham Rahal zich verremde en de op de tweede plaats rijdende Dixon van achteren aanraakte. Dixon spinde hierdoor en blokkeerde direct de baan, waardoor een opstopping ontstond. De Ganassi coureur zou zijn wagen vervolgens snel om kunnen keren om zijn race als vijfde te vervolgen, maar de opstopping zou wel een gele vlag opleveren.

De volgende herstart zou al voor chaos voor de eerste bocht zorgen. Bourdais kwam moeizaam weg, waardoor Power naar rechts stuurde om de Dragon Racing bolide te ontwijken. De coureur met startnummer 12 zag daarbij Dixon over het hoofd, waardoor de twee wagens elkaar raakten en beiden in aanraking kwamen met de muur. Voor de woedende Dixon betekende dit direct het einde van zijn race, terwijl Power voor langdurige reparaties aan zijn wielophanging terug moest keren naar de pit.

Ook bij een nieuwe herstart zou het weer fout gaan in de eerste bocht. Bourdais, die achter Rahal was gekomen, probeerde het rustig aan te doen met de wetenschap dat Rahal nog de pit zou moeten bezoeken, maar moest een agressieve Rahal ontwijken en zou vervolgens van achteren aangereden worden door Servia. Net als Dixon eerder in de race spinde de Fransman met een opstopping tot gevolg, waarna hij de race als vijfde kon vervolgen.

Marco Andretti leidde op dat moment de race, voor Tony Kanaan, Simon Pagenaud, Justin Wilson en Bourdais. De leidende wagen van Andretti was echter gehavend door schade aan de voorvleugel, waardoor hij veel snelheid in de bochten verloor. Desalniettemin wist de Andretti Autosport coureur de eerste positie goed te verdedigen en werd vervolgens geholpen door een nieuwe gele vlag, dit keer als gevolg van een opstopping in de hairpin. Deze was veroorzaakt doordat Bourdais, terwijl hij ruimte maakte voor Hinchcliffe, Wilson een tikje had gegeven, waarna Wilson spinde en de baan blokkeerde.

Nadat de baan vrij was gegeven duurde het slechts enkele ronden voordat Pagenaud en Bourdais Andretti en Kanaan wisten te passeren voor de voorste posities in de race. Bourdais bleek over de snellere wagen te beschikken en zag een mogelijkheid om hem buitenom te passeren, maar stuurde net te vroeg in en raakte Pagenauds linker voorwiel. Dit keer wist de viervoudig kampioen zijn wagen uit een spin te houden, maar ging wel wijd en zag Pagenaud, Newgarden en Andretti weer aan zicht voorbij komen.

Het zou vervolgens niet lang duren voordat Bourdais de derde plaats weer terug kon nemen van Andretti, terwijl Newgarden aanvankelijk nog Pagenaud onder druk kon zetten. In de slotronden zou Pagenaud echter de snellere rijder blijken, terwijl Bourdais ronden tekort kwam om Newgarden te kunnen bedreigen. Zo kon Pagenaud zijn tweede IndyCar zege uit zijn carrière pakken, terwijl Newgarden voor het eerst in zijn carrière plaats mocht nemen op het podium.