Ganassi Racing keert het tij op overtuigende wijze

Tot de Pocono 400 was het 2013 een dramatisch jaar voor Chip Ganassi Racing. In tien races stond het team nog maar één keer op het podium en het team had al bijna een jaar lang niet gewonnen. In Pocono keert het team het tij echter door het volledige podium te bezetten, met Scott Dixon die de race op zijn naam schreef, voor teamgenoten Charlie Kimball en Dario Franchitti. Deze zege ging de boeken in als de honderdste zege voor hoofdsponsor Target en de 200ste voor Honda.

De overwinning is extra opvallend gezien de posities waarvan de drie Ganassi Racing coureurs startten. Kimball startte de race als twaalfde, terwijl Dixon en Franchitti zelfs van de 17e en 20ste positie moesten komen.

“Vanmorgen had ik zeker niet het idee dat we zouden kunnen winnen, maar het team heeft zeker niet opgegeven en dat geldt ook voor Honda. Ik denk dat ons brandstofverbruik de sleutel voor de overwinning was, terwijl we ook nog eens de snelheid hadden. Ik weet niet wat ik moet zeggen, het is ook nog eens de honderdste overwinning voor het Target. Ik ben zo blij, ik hou van deze baan! De fans waren hier eveneens fantastisch. Het is goed om hier terug te zijn. Ik heb lang droog gestaan, bijna een jaar, dus het is geweldig om dan weer te winnen.”

Charlie Kimball evenaarde met een tweede plaats zijn beste finish in IndyCar ooit. Eerder finishte hij ook al als tweede in Toronto.

“We focusten ons zowel donderdag als zaterdag echt op de raceafstelling,” legde Kimball uit. “Dit bewijst het hele team met de 1-2-3 finish, we wisten dat het daar om ging. Dus gedurende de dag maakten de jongens de wagen tijdens de pitstops steeds beter en we gingen steeds sneller. Alle eer gaat ook naar Honda, ze gaven ons vandaag een lage brandstofconsumptie en hoge snelheden.”

Dario Franchitti reed een wisselende race, waar hij soms erg snel was, maar er vaak niet in slaagde om voorbij de concurrentie te komen. Achteraf bleek dit een gevolg van zijn afstelling.

“We waren erg agressief met de afstelling, we reden met erg weinig downforce,” verklaarde Franchitti. “Als ik een voor me een gaatje had kon ik een aantal erg snelle ronden rijden. De Honda-motoren waren vandaag erg zuinig en dat heeft ons enorm geholpen. Ik kon me terug naar Charlie rijden, maar kon vervolgens niets meer doen door die agressieve afstelling.”