Kwalificatieduels: hoe lagen de verhoudingen tussen IndyCar-teamgenoten in 2024?
Het 2024 IndyCar Series-seizoen zit erop en de balans kan worden opgemaakt. Hoe de coureurs tijdens de races hebben gepresteerd, kun je zien aan de hand van de kampioenschapsstand. Maar hoe deden ze het in de kwalificatie ten opzichte van hun teamgenoot of teamgenoten? We zetten alle kwalificatieduels tussen teamgenoten op een rijtje!
AJ Foyt Racing
Bij AJ Foyt Racing waren de onderlinge verhoudingen tussen coureurs Santino Ferrucci en Sting Ray Robb enigszins scheef. Ferrucci was in alle kwalificatietrainingen sneller dan Robb, die een moeizaam eerste en tevens laatste seizoen bij AJ Foyt Racing kende. Het team heeft hierop een passende actie ondernomen door voor 2025 Robb te vervangen door David Malukas, welke naar verwachting het Ferrucci veel lastiger zal maken.
Eindresultaat:
Santino Ferrucci/Sting Ray Robb: 17 – 0
Andretti Global
Bij Andretti Global is Colton Herta duidelijk de eerste coureur van het team. Naast het feit dat hij de hoogst geklasseerde rijder in het algemeen kampioenschap was, presteerde hij ook in de kwalificatietrainingen het beste. Kyle Kirkwood slaagde er nog wel in om Herta zes keer te verslaan, terwijl Marcus Ericsson in zijn eerste jaar bij het team vier keer sneller was dan Herta.
De ‘standaardvolgorde’ is bij het team van Michael Andretti duidelijk, waarbij Kirkwood ook Ericsson met een ruim verschil wist te verslaan.
Eindresultaat:
Colton Herta/Kyle Kirkwood: 11 - 6
Colton Herta/Marcus Ericsson: 13 - 4
Kyle Kirkwood/Marcus Ericsson: 11 – 6
Arrow McLaren
Bij McLaren was het dit jaar een komen en gaan van coureurs in de #6 bolide. Dit had zijn effect op de prestaties van deze wagen: alleen Théo Pourchaire slaagde erin om in de kwalificatie teamgenoten Pato O’Ward en Alexander Rossi te verslaan. Ilott had met zijn twee gereden races weinig kans, terwijl Nolan Siegel ondervond hoe lastig het is om halverwege je rookie-seizoen in te stappen. In de negen races die hij reed, was hij in de kwalificatie altijd de langzaamste rijder.
Ondanks dat Alexander Rossi voor 2025 door het team aan de kant is geschoven, kon hij O’Ward in de kwalificatie wel stevig partij geven. Deze strijd eindigde uiteindelijk opmerkelijk in een 8 – 8 stand.
Eindresultaat:
Pato O'Ward/Callum Ilott: 2 - 0
Pato O'Ward/Alexander Rossi: 8 - 8
Callum Ilott/Alexander Rossi: 0 - 2
Théo Pourchaire/Pato O'Ward: 1 - 5
Théo Pourchaire/Alexander Rossi: 2 - 3
Nolan Siegel/Pato O'Ward: 0 - 8
Nolan Siegel/Alexander Rossi: 0 – 9
Dale Coyne Racing
Bij Dale Coyne Racing was het dit jaar een komen en gaan van coureurs. Maar liefst negen coureurs kwamen dit jaar in actie met één van de twee wagens van het kleine team. Diverse rijderscombinaties kwamen slechts één keer voor, waardoor we die niet meenamen in dit overzicht. Een opvallend feit is dat de ervaren Jack Harvey door zowel Toby Sowery als Luca Ghiotto is verslagen. Vooral de prestatie van Sowery was indrukwekkend, aangezien hij dit jaar slechts twee races reed.
De meest voorkomende strijd tussen Dale Coyne Racing-teamgenoten was die van Jack Harvey en Katherine Legge, waarbij geconcludeerd moet worden dat Legge misschien wat ‘roestig’ was – de Engelse moest in elke kwalificatie haar meerdere erkennen in Harvey.
Eindresultaat:
Jack Harvey/Luca Ghiotto: 3 - 1
Jack Harvey/Toby Sowery: 1 - 1
Jack Harvey/Katherine Legge: 5 - 0
Ed Carpenter Racing
Bij Ed Carpenter Racing was dit jaar iets interessants zichtbaar: voor het eerst kreeg vaste rijder Rinus VeeKay stevige tegenstand van een teamgenoot. Ondanks dat Christian Rasmussen in zijn rookie-seizoen zat, wist hij het VeeKay regelmatig moeilijk te maken. Na tien races waarin dit duo in actie kwam, stond het zelfs 5 – 5 in het onderlinge kwalificatieduel. Een sterk slot van het seizoen van VeeKay zag hem uiteindelijk uitlopen tot een 9 – 5 stand.
De keuze van Ed Carpenter om tijdens de laatste twee raceweekenden zijn stoeltje af te staan aan Christian Rasmussen lijkt een goede geweest te zijn. Carpenter kwam in geen enkele kwalificatie in de buurt van VeeKay’s rondetijden. Ook Rasmussen kon er tijdens deze slotraces niet aan tippen, maar kwalificeerde de wagen wel voor het Leader Circle-programma.
Eindresultaat:
Rinus VeeKay/Christian Rasmussen: 9 - 5
Rinus VeeKay/Ed Carpenter: 4 - 0
Chip Ganassi Racing
Met vijf wagens zijn de kwalificatieduels bij Chip Ganassi Racing altijd interessant. Ondanks dat Alex Palou zich maar voor twee kampioenschapsraces op pole kwalificeerde, was hij toch in de meeste kwalificatietrainingen de snelste Ganassi-coureur. Scott Dixon was vaak de tweede rijder, maar opvallend is dat hij door zowel Marcus Armstrong als Linus Lundqvist maar liefst zes keer in de kwalificatie is verslagen.
De nog onervaren Armstrong en Lundqvist waren erg aan elkaar gewaagd, waarbij de strijd uiteindelijk eindigde in een 9 – 8 stand in het voordeel van Armstrong. Kyffin Simpson presteerde tijdens zijn eerste seizoen misschien beter dan velen hadden verwacht, maar in de kwalificatie was hij steevast de langzaamste Ganassi-coureur.
Eindresultaat:
Scott Dixon/Alex Palou: 5 - 12
Scott Dixon/Marcus Armstrong: 11 - 6
Scott Dixon/Linus Lundqvist: 11 - 6
Alex Palou/Marcus Armstrong: 12 - 5
Alex Palou/Linus Lundqvist: 13 – 4
Marcus Armstrong/Linus Lundqvist: 9 - 8
Kyffin Simpson/Scott Dixon: 1 - 16
Kyffin Simpson/Alex Palou: 0 - 17
Kyffin Simpson/Marcus Armstrong: 3 - 14
Kyffin Simpson/Linus Lundqvist: 4 - 13
Juncos Hollinger Racing
Bij Juncos Hollinger Racing werd Canapino in de eindfase van het seizoen aan de kant geschoven voor Conor Daly, maar dit was niet specifiek vanwege zijn prestaties in de kwalificatie. Opmerkelijk genoeg was Canapino, met voor dit seizoen slechts één jaar openwheel-ervaring, toch vier keer sneller dan Formule 1- en IndyCar-veteraan Romain Grosjean!
Eveneens opvallend is dat Grosjean, ondanks weinig ovalervaring, in vier van de vijf kwalificaties sneller was dan Conor Daly – een echte oval-veteraan. Daly zette dit vaak wel recht in de races en behaalde uiteindelijk zelfs op de Milwaukee Mile het eerste podiumresultaat voor het team.
Eindresultaat:
Romain Grosjean/Agustin Canapino: 7 - 4
Romain Grosjean/Conor Daly: 4 – 1
Meyer Shank Racing
Bij Meyer Shank Racing heeft het team met Felix Rosenqvist dit jaar een echte kwalificatietijger erbij gekregen. Hoewel het er in de races niet altijd uitkomt, is hij in de kwalificatietrainingen slechts drie keer verslagen. Deze tegenstand kwam niet van Tom Blomqvist of Helio Castroneves, die altijd hun meerdere in hun Zweedse teamgenoot moesten erkennen, maar van David Malukas.
Opmerkelijk genoeg kwalificeerde Malukas zich al in zijn tweede race voor het team ver voor teamgenoot Rosenqvist. Waar Rosenqvist zich op de Mid-Ohio Sports Car Course als dertiende kwalificeerde, deed Malukas het tien plaatsen beter. Tijdens de kwalificaties waarin Rosenqvist sneller was, zat Malukas bovendien vaak dichtbij. Het is dan ook niet vreemd dat het team graag met de jonge Amerikaan verder wilde, maar hij koos voor een toekomst bij AJ Foyt Racing.
Eindresultaat:
Felix Rosenqvist/Tom Blomqvist: 5 – 0
Felix Rosenqvist/Helio Castroneves: 3 - 0
Felix Rosenqvist/David Malukas: 6 – 3
Rahal Letterman Lanigan Racing
Rahal Letterman Lanigan Racing had in de eerste helft van het seizoen een vrij standaard volgorde in de kwalificatieuitslagen: Christian Lundgaard was het snelst, gevolgd door Graham Rahal en Pietro Fittipaldi – net zoals een jaar eerder, toen Jack Harvey constant het traagst was. Mogelijk als gevolg van het nieuws dat Lundgaard zou overstappen naar McLaren, veranderde dit: Rahal werd gedurende de tweede helft van het seizoen vaker de snelste RLL-coureur, terwijl zelfs Fittipaldi vier keer sneller was dan Lundgaard.
Fittipaldi slaagde er tijdens de eerste helft van het seizoen drie keer in zich voor Rahal te kwalificeren. In de tweede helft van het seizoen gebeurde dit echter nog maar één keer! Rahal heeft dus zijn positie binnen het team aanzienlijk verbeterd, al voelde dit misschien niet altijd zo, aangezien RLL op de ovals verre van competitief was.
Eindresultaat:
Graham Rahal/Pietro Fittipaldi: 13 - 4
Graham Rahal/Christian Lundgaard: 9 - 8
Pietro Fittipaldi/Christian Lundgaard: 6 – 11
Team Penske
Als we iets kunnen concluderen uit voorgaande seizoenen, is het wel dat Team Penske de meest competitieve rijdersbezetting heeft. In voorgaande jaren waren de coureurs tijdens de kwalificatietrainingen erg aan elkaar gewaagd, en zo was het ook dit jaar.
Toch sprong er dit jaar één coureur bovenuit: Scott McLaughlin. De coureur met startnummer 3 versloeg beide teamgenoten met een 7 – 9 stand. Josef Newgarden en Will Power waren met 8 – 8 volledig in evenwicht. Dit is een mooi voorbeeld van ‘Penske Perfection’.
Eindresultaat:
Josef Newgarden/Scott McLaughlin: 7 - 9
Josef Newgarden/Will Power: 8 - 8
Scott McLaughlin/Will Power: 9 - 7
FotografiePenske Entertainment
Ga naar de loginpagina om in te loggen of creëer een nieuw account!