
Bizarre situaties in IndyCar: Noodweer in Surfers Paradise
Dit seizoen kijken we terug op bizarre situaties die zich in de IndyCar historie voor hebben gedaan. Dit keer gaan we terug naar 2002, toen het altijd zonnige Surfers Paradise te maken kreeg met noodweer en uitstel van de race onmogelijk was. De race zou worden gedomineerd door de pacecar en ging de historieboeken in als de langzaamste race ooit onder de CART organisatie. Tot in hoeverre je dit een race zou kunnen noemen…
De race in het Australische Surfers Paradise was van 1991 tot 2008 een vaste stop op de CART – en later Champ Car – kalender. De naam van het 24.000 inwoners tellende Surfers Paradise deed elk jaar zijn naam eer aan: het evenement was veel groter dan de race alleen met overal feesten in de stad en op het strand, met veel schaars geklede dames.
Coureurs reisden vaak al vroeg af naar de Gold Coast. Niet alleen om te acclimatiseren na de lange reis, maar ook zeker om zich te vermaken. Zo was een beachvolleybalwedstrijd tussen coureurs en de ‘Miss Indy Australia’-kandidaten een vast onderdeel van de donderdag voor de race. Al dat vrouwelijk schoon konden de coureurs vaak wel waarderen. Nelson Philippe spande in 2006 echt de kroon door naast de overwinning ook ‘Miss Indy Australia’ Sarah Buller als vriendin mee terug naar Frankrijk te nemen.

Toen de coureurs zondagochtend wakker werden, was het ‘altijd zonnige’ Surfers Paradise veranderd in een kletsnatte omgeving. Het was zelfs zo nat dat in de warm-up alleen Christian Fittipaldi en Tora Takagi een rondetijd zouden laten noteren, terwijl Paul Tracy al tijdens zijn ronde uit de pits de bandenstapels in gleed.
De omstandigheden waren voor de race iets verbeterd, maar verre van ideaal. De organisatie had echter één probleem: er moest die dag geracet worden, want logistiek gezien kon de race niet worden verplaatst.
De belangrijkste reden was dat er een week later alweer in Californië werd geracet op de California Speedway in Fontana. Al het materiaal moest die avond nog in worden gepakt, zodat het de volgende ochtend met het vliegtuig terug naar Californië kon worden gevlogen. Daar moest het materiaal op tijd aankomen, zodat teams hun wagens on konden bouwen naar de speedway-configuratie. Een bijkomend probleem was dat het altijd lastig is om een stratencircuit een extra dag te mogen gebruiken.

In de verraderlijke omstandigheden spinden Adrian Fernandez en Jimmy Vasser op het rechte stuk, waardoor coureurs in de remmen moesten gaan. Coureurs die door het slechte zicht het incident niet voor zich zagen, reden vol gas door en klapten op hun afremmende collega’s. Dit blokkeerde de baan voor alle achtervolgende wagens.
Alsof dit incident nog niet genoeg gelijkenissen had met de vier jaar eerdere Formule 1 startcrash in Spa-Francorchamps, reed de als laatste gestarte Mario Dominguez – op gelijke wijze als Ricardo Rosset vier jaar eerder in België – als stormram in op het incident, waardoor de wagens van Vasser en Takagi over de kop vlogen.
Wonder boven wonder bleven overleefde iedereen het zware ongeluk. Na van de zijkant te zijn aangereden had Takagi wel een gebroken bekken en een gekneusde heup, terwijl Fernandez twee nekwervels had gebroken nadat Takagi’s wagen op zijn Lola-bolide terecht was gekomen.
Na de startcrash werd de race direct stilgelegd en mochten alle – niet geblesseerde – rijders overstappen naar hun reservewagens. Het kleine Herdez Competition – het latere HVM Racing – van Dominguez was het enige team dat geen reservewagen klaar had staan en dus de beschadigde wagen moest repareren, waar de monteurs op tijd in slaagden.

Meer dan de helft van het veld zou vervolgens de pits bezoeken, aangezien niemand wist hoe lang het zou duren voordat het veld weer vrij zou worden gegeven. Dit was in 2002 extra cruciaal, aangezien er dat jaar met ‘pit windows’ gewerkt werd: om te voorkomen dat coureurs teveel brandstof gingen besparen, had CART per race bepaald om de hoeveel ronden er minimaal een pitstop moest worden gemaakt. Voor de race in Surfers Paradise was dit ‘pit window’ 20 ronden.
De weersomstandigheden verbeterden echter niet. Dat jaar bestond de optie nog niet dat er halve punten konden worden gegeven, indien de race voor de helft van de oorspronkelijke geplande ronden stil zou worden gelegd. Teams gingen er dus vanuit dat de pacecar tot de 35ste ronde door zou blijven rijden, zodat de race af kon worden gevlagd.

Coureurs die hadden gegokt dat de wedstrijdleiding de wedstrijd in de 35ste ronde af zou vlaggen – zoals de leidende Michael Andretti, Jimmy Vasser en Shinji Nakano – kwamen bedrogen uit en zouden een ronde later de pits moeten bezoeken. Dit bracht Mario Dominguez plots aan de leiding! Uiteindelijk zou de wedstrijdleiding na de 40ste ronde de zwart/wit geblokte vlag zwaaien, waardoor Dominguez tot op bizarre wijze zijn eerste overwinning zou behalen!
Uiteindelijk zouden slecht acht van de uiteindelijke 40 verreden ronden onder racesnelheid worden verreden. Met een gemiddelde snelheid van een kleine 90 km/h was dit direct de langzaamste race ooit onder de CART-organisatie (sinds 1979)!
De race in Surfers Paradise zou na dit evenement nog tot en met 2008 op de kalender blijven staan. De laatste race werd als onderdeel van de ‘herenigde’ IndyCar Series verreden, waarna er geen overeenstemming kon worden gevonden over een vroegere datum voor de race en deze van de kalender verdween. Hiermee verloor de Amerikaanse openwheel racerij één van zijn meest kenmerkende races op de kalender.
FotografieChamp Car World Series
Ga naar de loginpagina om in te loggen of creëer een nieuw account!