
VeeKay Rookie of the Year: Welke grote namen grepen naast deze titel?
Rinus VeeKay pakte dit jaar de Rookie Of The Year titel, uiteraard is dit een uitstekende start van zijn nog prille NTT IndyCar Series carrière, maar geeft zeker geen garantie tot een succesvolle toekomst. In de maand december keken we terug naar wat zijn voorgangers als Rookie of the Year hebben bereikt. Toch zegt het winnen van de Rookie of the Year titel niet alles, zo zijn er diverse grote namen die veel hebben gewonnen, behalve de Rookie of the Year titel. Als nieuwjaarsbonus kijken we terug naar de grootste namen in Indy Car tijdens hun eerste jaar (net) tekortkwamen.

2019 - Colton Herta
Colton Herta kende een bijzonder tumultueus debuutseizoen. Het begon sterk met een achtste plaats in St. Petersburg en vervolgens direct zijn allereerste overwinning op Circuit of the Americas, waarmee hij met zijn 18 jaar de jongste racewinnaar ooit in IndyCar werd. Later dat jaar werd hij op Road America met 19 jaar ook de jongste polesitter in IndyCar, maar in de races had hij veel pech met mechanische problemen. Ondanks dat hij het seizoen op Laguna Seca afsloot met een tweede overwinning was het onvoldoende voor de Rookie of the Year titel, welke naar Felix Rosenqvist ging. Afgelopen seizoen wist hij Rosenqvist wel te verslaan en eindigde als derde in het kampioenschap.
Statistieken van Colton Herta
Klassering in rookie-seizoen: 7e (tweede rookie achter Felix Rosenqvist)
Aantal seizoenen actief: 2
Gereden races: 32
Aantal overwinningen: 3
2012 - Josef Newgarden

Statistieken van Josef Newgarden
Klassering in rookie-seizoen: 23e (tweede rookie achter Simon Pagenaud)
Aantal seizoenen actief: 9
Gereden races: 148
Aantal overwinningen: 18
Aantal kampioenschappen: 2
2000 - Sam Hornish Jr.

Een jaar later maakte hij de overstap naar Panther Racing en won direct de eerste twee races van de kalender. Zowel in 2001 als in 2002 zou hij het IRL-kampioenschap winnen. In 2004 maakte hij de transfer naar Team Penske, waarvoor hij in 2006 zijn derde titel zou winnen. Na het 2007 seizoen maakte hij binnen de Penske organisatie de overstap naar NASCAR, maar zou daar geen spraakmakende resultaten behalen.
Statistieken van Sam Hornish Jr.
Klassering in rookie-seizoen: 21ste (vierde rookie achter Airton Daré, Jeret Schroeder en Sarah Fisher)
Aantal seizoenen actief: 8
Gereden races: 116
Aantal overwinningen: 19
Aantal kampioenschappen: 3
1999 - Cristiano da Matta

In 2000 pakte de Braziliaan zijn eerste overwinning, waarna hij in 2001 de overstap maakte naar het sterkere Newman/Haas Racing en met drie gewonnen races als vijfde in het kampioenschap eindigde. Da Matta was een jaar later een klasse apart en pakte met zeven overwinningen met overmacht de CART-titel. Dit leverde hem een contract op bij het Toyota formule 1-team, maar hier kon hij weinig met het minder competitieve materiaal. In 2005 keerde Da Matta terug in Champ Car en won één race. Zijn Indy Car carrière zou in 2006 tot een vroegtijdig einde komen, toen hij tijdens een test op Road America tegen een hert botste en het ternauwernood overleefde.
Statistieken van Christiano da Matta
Klassering in rookie-seizoen: 18e (vierde rookie achter Juan Pablo Montoya)
Aantal seizoenen actief: 6
Gereden races: 101
Aantal overwinningen: 12
Aantal kampioenschappen: 1
1998 - Helio Castroneves

Met de Indianapolis 500 van 2020 kwam er een einde tussen de jarenlange samenwerking tussen Helio Castroneves en Team Penske en reed hij al twee races voor McLaren. Volgend jaar zal hij zes races rijden voor Meyer Shank Racing.
Statistieken van Helio Castroneves
Klassering in rookie-seizoen: 17e (tweede rookie achter Tony Kanaan)
Aantal seizoenen actief: 23
Gereden races: 351
Aantal overwinningen: 30
1997 - Dario Franchitti

Een jaar later werd hij opgepikt door KOOL Green Racing, waar hij in zijn eerste jaar drie races voor zou winnen en als derde in het kampioenschap mee eindigde. In 1999 eindigde Franchitti qua punten op een gedeelde eerste plaats met Juan Pablo Montoya, maar werd niet uitgeroepen tot kampioen aangezien Montoya meer zeges had. Kampioenschappen zouden nog wel volgen, in 2007, 2009, 2010 en 2011. Ook behaalde de Schot drie Indianapolis 500 overwinningen.
Statistieken van Dario Franchitti
Klassering in rookie-seizoen: 22ste (derde rookie achter Patrick Carpentier en Gualtar Salles)
Aantal seizoenen actief: 17
Gereden races: 265
Aantal overwinningen: 31
Aantal kampioenschappen: 4
1996 - Greg Moore

Een jaar later zou Moore zijn eerste overwinningen behalen en in 1998 eindigde hij als vijfde in het kampioenschap. Voor het jaar 2000 zou Moore de overstap maken naar het sterkere Team Penske, maar zover zou het nooit komen - tijdens de slotrace van het 1999 seizoen op Fontana verongelukte de talentvolle Canadees.
Statistieken van Greg Moore
Klassering in rookie-seizoen: 9e (tweede rookie achter Alex Zanardi)
Aantal seizoenen actief: 4
Gereden races: 72
Aantal overwinningen: 5
1991 - Paul Tracy

Tracy zou in de jaren die volgden veel races winnen, maar was te wild om echt voor de titel te vechten. In 2003 viel veel concurrentie weg en kon hij zijn enige kampioenschap pakken.
Statistieken van Paul Tracy
Klassering in rookie-seizoen: 21ste (derde rookie achter Jeff Andretti en Ted Prappas)
Aantal seizoenen actief: 21
Gereden races: 280
Aantal overwinningen: 32
Aantal kampioenschappen: 1
1990 - Buddy Lazier

In de vijf jaar die volgden bleef Lazier een achterhoedecoureur. Met de oprichting van de Indy Racing League verliet hij Indy Car in 1996 en won direct de eerste editie van de Indy 500 als onderdeel van de IRL. In 2000 zou hij zelfs het kampioenschap winnen, terwijl hij in 2001 als tweede in het eindigde. Na deze twee seizoenen werd het IRL veld steeds sterker en zakte hij steeds verder terug in het veld. Van 2007 tot 2017 zou Lazier nog acht pogingen wagen om de Indy 500 voor een tweede keer te winnen, maar kwam niet verder dan een zeventiende plaats.
Statistieken van Buddy Lazier
Klassering in rookie-seizoen: 30ste (vijfde rookie achter Eddie Cheever, Mike Groff, Dean Hall en Willy T. Ribs)
Aantal seizoenen actief: 26
Gereden races: 158
Aantal overwinningen: 8
Aantal kampioenschappen: 1
1984 - Emerson Fittipaldi

Na dit seizoen zou Fittipaldi nog vijf jaar bij Patrick Racing blijven rijden, met een kampioenschap in het vijfde seizoen als resultaat. Vervolgens stapte hij over naar Team Penske, waar hij in 1993 en 1994 als tweede in de algemene stand eindigde, maar geen tweede titel kon winnen. Wel won hij tot twee keer toe de Indianapolis 500 (1989 en 1993).
Statistieken van Emerson Fittipaldi
Klassering in rookie-seizoen: 15e (tweede rookie achter Roberto Guerrero)
Aantal seizoenen actief: 13
Gereden races: 206
Aantal overwinningen: 22
Aantal kampioenschappen: 1
1983 - Al Unser Jr.

Unser Jr. zou in de jaren '80 en de eerste helft van de jaren '90 uitgroeien tot één van de voornaamste titelkandidaten in het kampioenschap. In 1990 en 1994 zou hij het Indy Car kampioenschap winnen, terwijl hij in 1992 en 1994 overwinningen in de Indy 500 zou boeken. Na nog een tweede plaats in 1995 en een vierde plaats in 1996, zakte Unser steeds verder terug in het veld. Na een zeer teleurstellend 1999 seizoen zette Penske hem aan de kant, waarna hij nog enkele seizoenen in de IRL reed en hier nog twee zeges behaalde.
Statistieken van Al Unser Jr.
Klassering in rookie-seizoen: 21ste (tweede rookie achter Teo Fabi)
Aantal seizoenen actief: 25
Gereden races: 329
Aantal overwinningen: 34
Aantal kampioenschappen: 2
1983 - Michael Andretti

Andretti z'n carrière zou er één van meestal 'net niet' worden, met vijf keer een tweede plaats in het kampioenschap en één tweede plaats en twee derde plaatsen in de Indy 500. Alleen in 1991 kon niemand hem stoppen en won hij het Indy Car World Series kampioenschap.
Statistieken van Michael Andretti
Klassering in rookie-seizoen: 26ste (achtste rookie)
Aantal seizoenen actief: 22
Gereden races: 325
Aantal overwinningen: 42
Aantal kampioenschappen: 1
1982 - Danny Sullivan

Na een solide seizoen in de Formule 1, keerde in 1984 weer terug en won dat seizoen drie races en eindigde als vierde in het kampioenschap. Onder de huidige regels (waarbij coureurs met drie eerdere starts of minder als rookie worden gezien), zou hij in 1984 de Rookie of the Year zijn geweest. Destijds waren de regels echter anders en was 1982 zijn rookie-seizoen. In 1985 zou hij op spectaculaire wijze de Indy 500 op zijn naam schrijven (de 'Spin & Win'), waarna hij in 1988 ook het algemene kampioenschap wist te winnen.
Statistieken van Danny Sullivan
Klassering in rookie-seizoen: 22ste (vierde rookie achter Bobby Rahal, Héctor Rebaque en Al Unser Jr)
Aantal seizoenen actief: 12
Gereden races: 170
Aantal overwinningen: 17
Aantal kampioenschappen: 1
FotografieIMS
Ga naar de loginpagina om in te loggen of creëer een nieuw account!