Veekay Rookie of the Year: Wie gingen hem voor? - deel 2

2000 - Kenny Bräck
Net als eerder Ryan Hunter-Reay, was Kenny Bräck eigenlijk ook geen echte rookie op het moment dat hij de Rookie of the Year titel won. De Zweed volgde echter de omgekeerde volgorde in vergelijking met Hunter-Reay: in 1996 maakte hij zijn Indy Racing League debuut en won een jaar later direct het kampioenschap. In 1999 voegde hij daar nog een Indianapolis 500 overwinning aan toe, voordat hij in 2000 de overstap naar CART (Champ Car) maakte.

Bräcks sterke resultaten vielen op bij Chip Ganassi, welke hem voor 2002 contracteerde. De Zweed kon hier echter niet de hoge verwachtingen waarmaken. Pas in de allerlaatste race van het seizoen, in Mexico City, zou hij zijn eerste overwinning voor Ganassi pakken. Dit zou ook meteen zijn laatste zijn, want Ganassi had tijdens het seizoen met Scott Dixon een nieuw talent binnengehaald. In 2003 keerde Bräck terug naar Team Rahal, maar nu in de Indy Racing League. Hier zou een moeizaam seizoen volgen, met een tweede plaats in Motegi als beste resultaat.

Statistieken van Kenny Brack
Klassering in rookie-seizoen: 2e
Aantal seizoenen actief: 8
Gereden races: 106
Aantal overwinningen: 9
2001 – Scott Dixon

In 2002 bleef Dixon bij PacWest, omgedoopt naar PWR Championship Racing, maar al snel werd duidelijk dat dit team krap bij kas zat. Na drie races moest het zijn deuren sluiten, waarna Chip Ganassi niet lang wachtte om de talentvolle rijder vast te leggen en om voor hem een derde wagen – naast Bruno Junqueira en Kenny Brack – in te zetten. Dit zou het begin zijn van een lange, nu nog steeds lopende, en zeer succesvolle samenwerking.

Statistieken van Scott Dixon
Klassering in rookie-seizoen: 8ste
Aantal seizoenen actief: 20
Gereden races: 289
Aantal overwinningen: 49
Aantal kampioenschappen: 6
2002 – Mario Dominguez

Dominguez reed zijn rookie-seizoen voor Herdez Competition, dat in de jaren ’90 bekend stond als Bettenhausen Motorsports en later als HVM Racing en Minardi Team USA door het leven zou gaan. Als enige fulltime rookie was het voor Dominguez niet moeilijk om de Rookie of the Year titel te winnen. De Mexicaan reed meestal in het achterveld, maar scoorde in de verregende straten van Surfers Paradise wel zijn eerste overwinning. Dit was echter het gevolg van verplichte pits-windows, waardoor hij achter de pacecar toevallig vooraan reed op het moment dat de wedstrijdleiding er voor koos om de race voortijdig af te vlaggen.
Tijdens zijn tweede seizoen kwam Dominguez beter uit de verf en behaalde op eigen kracht diverse podiumplaatsen. De Mexicaan zou zelfs zijn tweede overwinning behalen door tijdens een incidentrijke race in de straten van Miami uit de problemen te blijven. In 2005 maakte Dominguez, op dat moment de meest prominente Mexicaan in Champ Car, de overstap naar het grotere Forsythe Racing. Waar teamgenoot Paul Tracy de strijd om het kampioenschap aan kon binden, kwam Dominguez echter niet verder dan één podiumfinish (tweede in Denver).

Na zijn Amerikaanse carrière reed Dominguez nog enkele sports car races en lokale Mexicaanse races, maar werd niet meer in groter raceklassen gezien.
Statistieken van Mario Dominguez
Klassering in rookie-seizoen: 18e
Aantal seizoenen actief: 7
Gereden races: 93
Aantal overwinningen: 2
2003 – Sebastien Bourdais

Bourdais’ rookie seizoen zou een opmaat blijken te zijn voor vier jaar waarin hij het veld compleet domineerde. Van 2004 tot 2007 won Bourdais ongeveer de helft van de races en werd vier maal op rij kampioen. Met deze successen begon het toch weer te kriebelen om terug te keren naar Europa, waarna hij de overstap naar de Formule 1 maakte. Rijdende voor Toro Rosso bleek dat Formule 1-wagens zij rijstijl echter niet goed lagen, waarna hij halverwege 2009 aan de kant werd geschoven.
Na zijn vroegtijdig tot een einde gekomen Formule 1-carriere, reed Bourdais vervolgens twee jaar in de Superleague Formula, terwijl hij dit combineerde met een grote diversiteit aan sports car klasses. In 2011 keerde hij toch weer terug naar de – nu 'herenigde’ – IndyCar Series, waar hij bij het kleine Dale Coyne Racing de races op de permanente- en stratencircuits reed. Uiteindelijk zou hij ook weer de ovalraces gaan rijden, maar ondanks zijn overduidelijke talent heeft geen enkel topteam interesse in Bourdais’ vaardigheden getoond. Dit kon niet voorkomen dat hij overwinningen behaalde, in totaal zes stuks in de periode van 2014 tot 2018, rijdend voor de kleinere teams KV Racing en Dale Coyne Racing.

Naast een succesvolle Indy Car carrière, heeft Bourdais ook veel successen gevierd in sportscars. Als fabriekscoureur van Peugeot finishte de in Le Mans geboren coureur drie maal als tweede in het algemene klassement van de 24 uur van Le Mans en in 2016 won hij in deze race met Chip Ganassi Racing de GTE-Pro klasse. Daarnaast heeft hij overwinningen behaald in de andere klassieke sportscar races: de 24 uur van Daytona, de 12 uur van Sebring en Petit Le Mans.
Statistieken van Sebastien Bourdais
Klassering in rookie-seizoen: 4e
Aantal seizoenen actief: 15
Gereden races: 195
Aantal overwinningen: 37
Aantal kampioenschappen: 4
2004 – A.J. Allmendinger

Al vroeg in zijn rookie-seizoen pakte Allmendinger diverse vijfde en zesde plaatsen, waarna in zijn zevende race het eerste podium volgde: derde in Vancouver. Met negen top zes klasseringen in dertien races won Allmendinger met overmacht het Rookie of the Year kampioenschap en eindigde als zesde in het kampioenschap. Een jaar later finishte Allmendinger maar liefst vier races als tweede, maar moet nog wachten op zijn allereerste overwinning.

Het succes van Allmendinger zou ver buiten Champ Car reiken, wat hem een financieel zeer aantrekkelijk aanbod van Toyota opleverde om de overstap te maken naar de NASCAR Cup Series. Tot grote frustratie van teambaas Gerald Forsythe koos Allmendinger voor het grote geld. Toen hij in de voorlaatste race crashte en zich zo uitschakelde in het kampioenschap werd Allmendinger per direct ontslagen.
Allmendinger zou een vast naam in de NASCAR Cup Series worden, waar hij tot op heden al 371 races reed. Als echte road course specialist had hij echter weinig te zoeken op de vele ovals en zou weinig successen kennen. Zijn enige NASCAR Cup zege zou hij scoren – hoe kon het ook anders – op de road course van Watkins Glen.

Naast in NASCAR is Allmendinger ook een vaste naam geworden in de 24 uur van Daytona, welke hij samen met voormalig RuSport teamgenoot en goede vriend Justin Wilson in 2012 wist te winnen. Na de dood van Wilson in 2015 gaf Allmendinger te kennen nooit meer in een IndyCar te willen racen.
Statistieken van AJ Allmendinger
Klassering in rookie-seizoen: 6e
Aantal seizoenen actief: 4
Gereden races: 46
Aantal overwinningen: 5
2005 – Timo Glock

Het hoogtepunt van het seizoen volgde in Montreal, waar hij met Oriol Servia de strijd aan kon binden om de overwinning. In de slotronden zou hij de Spanjaard twee maal passeren, maar deed dit wel door de chicane af te snijden en moest de leiding teruggeven. Uiteindelijk kwam hij net tekort en finishte als tweede. Een achtste plaats in het algemeen klassement toonde aan dat er nog meer van de Duitser kon worden verwacht, maar na dat ene seizoen liet Glock het Amerikaanse avontuur weer achter zich.

In 2013 maakte hij de overstap naar de DTM als BMW-coureur, waar hij tot 2020 zou rijden. In die jaren zou hij drie overwinningen behalen, met een vijfde plaats (2018 en 2020) als beste klassering in het algemene klassement.
Statistieken van Timo Glock
Klassering in rookie-seizoen: 8ste
Aantal seizoenen actief: 1
Gereden races: 13
Beste resultaat: 2e
2006 – Will Power

Deze goede prestaties zouden hem een contract bij het team voor 2006 opleveren, waar hij een duidelijk groei liet zien en van de laatste vijf races van het seizoen er drie in de top vijf finishte, waaronder een mooie derde plaats tijdens de seizoensfinale in Mexico City. Dit zou hem uiteindelijk de zesde plaats in het kampioenschap opleveren. Een jaar later zou Power direct de allereerste races van het seizoen – in de straten van Las Vegas – op zijn naam schrijven. Dat jaar zou hij nog vier races op het podium finishen, waaronder een overwinning in Toronto.

Doordat de IndyCar organisatie Surfers Paradise voor 2008 geen plaatsje op de kalender wilde geven, stopte na dit jaar de Aussie Vineyards sponsoring. Power moest zo afscheid nemen van zijn team en kreeg ook voor 2009 geen contract bij een ander team. Zijn geluk veranderde toen Helio Castroneves verdacht werd van belastingontduiking en de seizoensopener in St. Petersburg moest missen. Power werd aangetrokken als vervanger, waarna hij zich van zijn beste kant liet zien en als zesde finishte.
In Long Beach reed Power ook op vrijdag als vervanger van Castroneves, maar toen deze vrij werd gesproken vloog Castroneves direct naar Long Beach en zat op zaterdag in de wagen. Penske was hierop voorbereid en kwam direct met een derde wagen voor Power, die zich prompt op pole position kwalificeerde en de race als tweede finishte.

In 2014 zat het Power eindelijk wel mee en won hij het kampioenschap, tot op heden zijn enige. Hier zou hij in 2018 nog een belangrijke mijlpaal aan toevoegen door de Indianapolis 500 te winnen. Power heeft over de jaren heen een reputatie opgebouwd als waar kwalificatiemonster, doordat hij maar liefst 58 pole positions heeft gepakt.
Statistieken van Will Power
Klassering in rookie-seizoen: 6e
Aantal seizoenen actief: 16
Gereden races: 223
Aantal overwinningen: 39
Aantal kampioenschappen: 1
2007 – Robert Doornbos

Direct tijdens zijn debuutrace maakte Doornbos veel indruk door in de straten van Las Vegas vanaf de derde startplaats als tweede te finishen. Dit zou een voorbode zijn van een seizoen waarin 'Bobby D’ zeer competitief zou zijn. In zijn eerste zes races finishte hij vijf maal op het podium, met als kers op de taart zijn allereerste overwinning op het Canadese Mont-Tremblant.

De 'hereniging’ van Champ Car en de Indy Racing League pakte voor Doornbos ongunstig uit: Minardi koos er niet voor om de overstap naar de 'herenigde’ klasse te maken, waarmee een groot deel van het budget bij HVM Racing wegviel. Voor Doornbos betekende dit dat hij zijn Amerikaanse plannen in de ijskast moest zetten.

Doornbos zou na zijn IndyCar carrière terugkeren in Superleague Formula, totdat deze raceklasse in 2011 stopte te bestaan en hij zijn helm aan de wilgen hing. Sindsdien is Doornbos begonnen als ondernemer en werkt als analist bij de Formule 1-uitzendingen van Ziggo Sport.
Statistieken van Robert Doornbos
Klassering in rookie-seizoen: 3e
Aantal seizoenen actief: 2
Gereden races: 31
Aantal overwinningen: 2
Geplaatst 13-12-2020, 17:05
Gewijzigd 13-12-2020, 17:12
Geschreven door P. Straver
Fotografie Champ Car World Series
Copyright © 2004-2021 OpenWheelWorld.net
Ga naar de loginpagina om in te loggen of creëer een nieuw account!