Veekay Rookie of the Year: Wie gingen hem voor? - deel 1
Rinus Veekay won dit jaar de prestigieuze Rookie of the Year titel. Dit is zeker een goede start voor zijn prille IndyCar carrière, maar geeft geen garanties voor de toekomst. Wat bereikten zijn voorgangers als Rookie of the Year en wat doen ze nu? In de maand december kijken we terug naar alle Rookies of the Year sinds de start van dit millennium. In het eerste deel kijken we naar beste rookies in de Indy Racing League zijde van de splitsing die tot begin 2008 duurde.
2000 – Airton Daré
Na drie jaar in de Indy Lights te hebben gereden (met een 6e plaats als hoogste klassering in het kampioenschap), maakte Daré in 2000 de overstap naar de Indy Racing League. In zijn debuutseizoen pakte hij één verrassende tweede plaats op de Pikes Peak International Raceway, terwijl hij tijdens de overige races meestal buiten de top tien bivakkeerde. Na in 2000 en 2001 voor Team Xtreme te hebben gereden, maakte hij in 2002 de overstap naar AJ Foyt Racing. Hier behaalde hij zijn eerste en uiteindelijk enige overwinning op de Kansas Speedway. Ondanks dat hij dit jaar als negende in het kampioenschap eindigde, kon hij vervolgens geen fulltime stoeltje meer bemachtigen.
In 2003 en 2006 maakte hij nog wel starts in de Indianapolis 500, maar meer dan een achttiende plaats zat er niet voor hem in. De Braziliaan zou later terugkeren naar zijn thuisland, waar hij stock cars en motorcross races zou rijden.
Statistieken van Airton Daré
Klassering in rookie-seizoen: 16e
Aantal seizoenen actief: 5
Gereden races: 39
Aantal overwinningen: 1
2001 – Felipe Giaffone
Felipe Giaffone reed maar liefst vier jaar in de Indy Lights (met twee vierde plaatsen in het kampioenschap beste klassering), voordat hij in 2001 de overstap naar de Indy Racing League maakte. De pupil van Nelson Piquet kende hier een indrukwekkend rookie-seizoen, waarin hij mede dankzij een tweede plaats op de Texas Motor Speedway en vierde plaatsen op Homestead en de Kansas Speedway als zesde in het kampioenschap eindigde.
Een jaar later finishte hij vijf races in de top drie en eindigde zelfs als vierde in het kampioenschap. Deze lijn zette zich in 2003 voort, tot hij in een crash gewond raakte en bij zijn terugkeer geen aansprekende resultaten meer behaalde. Na dit seizoen zaten er alleen nog maar parttime stoeltjes voor hem in, totdat hij in 2006 brak met AJ Foyt Racing vanwege ‘problemen in de onderlinge communicatie’. In 2007 keerde Giaffone terug naar Brazilië, waar hij viermaal het ‘Formula Truck’ kampioenschap wist te winnen.
Statistieken van Felipe Giaffone
Klassering in rookie-seizoen: 6e
Aantal seizoenen actief: 6
Gereden races: 61
Aantal overwinningen: 1
2002 – Laurent Rédon
Na het Franse Formule 3 kampioenschap te hebben gewonnen, twee jaar Formule 3000 te hebben gereden en testrijder te zijn geweest bij de Formule 1 teams van Minardi en Benetton, maakte Laurent Rédon in 2001 zijn Indy Racing League debuut. De Fransman maakte direct indruk door tijdens zijn debuutrace op Chicagoland – de voorlaatste race van het seizoen – als zevende te finishen. Hierna gaf Conquest Racing hem de kans om het volledige 2002 seizoen te rijden, waar hij in de derde race (Fontana) als derde finishte. Gedurende het seizoen zakte hij echter steeds verder af, maar het was voldoende voor het Rookie of the Year kampioenschap.
Na dit seizoen wilde hij vanwege de geboorte van zijn dochter terug naar Frankrijk, waar hij zijn competitieve helm aan de wilgen hing. Hij begon op Magny-Cours wel een raceschool en was later met een eigen raceteam actief in Superleague Formula.
Statistieken van Laurent Rédon
Klassering in rookie-seizoen: 12e
Aantal seizoenen actief: 2
Gereden races: 17
Beste resultaat: 3e
2003 – Dan Wheldon
Na tweede plaatsen in het Toyota Atlantic kampioenschap (2000) en de Indy Lights (2001), richtte Dan Wheldon in 2002 zijn pijlen op een stoeltje in CART. Dit lukte niet, waarna hij in de Indy Racing League bij Panther Racing aan de slag kon als test- en reservecoureur. Met zijn beperkte sponsorbudget kon hij wel de laatste twee races van het jaar rijden en maakte veel indruk door zich voor zijn debuutrace als zevende te kwalificeren en hier ook te finishen.
Panther kon voor 2003 onvoldoende budget vinden om een wagen voor Wheldon in te zetten, waarna hij als testcoureur bij Andretti Green Racing aan de slag kon gaan. Een motorongeluk van Dario Franchitti gaf hem de kans om als invaller voor het topteam te rijden, waarna hij een sterk rookieseizoen reed. Ondanks dat hij de eerste twee races had gemist, pakte hij wel de Rookie of the Year titel.
Een jaar later finishte hij met drie zeges achter zijn naam als tweede in het kampioenschap, waarna hij in 2005 zelfs de titel won. Wheldon zou later voor Ganassi en Panther Racing rijden, voordat hij door een gebrek aan sponsoring een fulltime stoeltje verloor. In 2011 zou hij bij Bryan Herta Autosport alleen de Indianapolis 500 rijden, welke hij sensationeel wist te winnen.
Later dat jaar kreeg hij de kans om voor Sam Schmidt Motorsports de laatste twee races van het seizoen te rijden. Tijdens de slotrace van het seizoen op de Las Vegas Motor Speedway ging het vreselijk fout waarbij hij in een massaal ongeluk de hekken in werd gelanceerd. Hij zou deze monstercrash helaas niet overleven.
Statistieken van Dan Wheldon
Klassering in rookie-seizoen: 11e
Aantal seizoenen actief: 10
Gereden races: 128
Aantal overwinningen: 16
Aantal kampioenschappen: 1
2004 – Kosuke Matsuura
Als protegé van voormalig Formule 1-coureur Aguri Suzuki reed Kosuke Matsuura een jaar in het Duitse Formule 3 kampioenschap en de Formule Renault V6 Eurocup, voordat hij de oversteek naar Amerika maakte. In de Indy Racing League verving hij in 2004 bij Roger Yasukawa bij Fernandez Racing. Met een solide rookie-seizoen, waarin hij vier top tien finishes behaalde, eindigde hij als veertiende in het kampioenschap, direct voor zijn meer ervaren landgenoot Toranosuke Takagi.
Het zou voldoende zijn voor het Rookie of the Year kampioenschap.
Matsuura zou tot 2006 voor Fernandez Racing blijven rijden, totdat dit team zijn deuren als IRL-team sloot. In 2007 maakte hij in samenwerking met Autobacs Racing Team Aguri de overstap naar Panther Racing, maar opnieuw zat er niet meer voor hem in dan enkele top tien finishes.
In 2008 koos sponsor Panasonic voor een nieuwe, veelbelovende Japanner: Hideki Mutoh, waarmee er voor Matsuura onvoldoende budget was om zijn Amerikaanse avontuur voort te zetten. In 2009 zou hij nog één race rijden op zijn thuiscircuit in Motegi. Op dat moment had hij al één seizoen in de Japanse Formula Nippon gereden en zou vanaf 2010 zonder al te veel succes in de eveneens Japanse Super GT rijden.
Statistieken van Kosuke Matsuura
Klassering in rookie-seizoen: 14e
Aantal seizoenen actief: 5
Gereden races: 65
Beste resultaat: 4e
2005 – Danica Patrick
Na een kort avontuur in Europa, waarin ze in 2000 als tweede eindigde in het Formula Ford Festival op Brands Hatch, volgde Danica Patrick de Amerikaanse formuleladder. Met steun van Team Rahal reed ze één jaar in de Barber Dodge Pro Series en twee seizoenen in het Toyota Atlantic kampioenschap (met een derde plaats in 2004 als beste resultaat), voordat ze in 2005 voor Rahal Letterman Racing haar Indy Racing League debuut maakte.
Al vroeg in het seizoen maakte Patrick veel indruk met een vierde plaats in Motegi en doordat ze de Indianapolis 500 met vijftien ronden te gaan zelfs leidde, voordat ze terug zou zakken naar een vierde plaats als gevolg van brandstofgebrek. De Amerikaanse werd in haar debuutseizoen een vaste waarde in de top tien en eindigde met een twaalfde plaats in het kampioenschap als hoogst geklasseerde rookie.
Na twee seizoenen bij Rahal, maakte ze de overstap naar het sterkere Andretti Green Racing, waarvoor ze in 2008 op de Twin Ring Motegi haar eerste en enige overwinning zou pakken. Met een vijfde plaats in het kampioenschap van 2009 bewees ze dat vrouwen in de autosport zeker de strijd aan kunnen gaan met de mannen.
Na het 2011 seizoen zou Patrick overstappen naar de NASCAR Cup Series, waar ze ondanks een pole position voor de Daytona 500 weinig potten kon breken. Na het 2017 seizoen besloot Patrick om met pensioen te gaan, maar daarvoor keerde ze nog één keer terug naar haar oude liefde: bij Ed Carpenter Racing reed ze nog één keer de Indianapolis 500. Ondanks een zevende startplaats, zou ze in de race kansloos blijken voor de overwinning en crashte na 67 ronden uit de race.
Statistieken van Danica Patrick
Klassering in rookie-seizoen: 12e
Aantal seizoenen actief: 8
Gereden races: 116
Aantal overwinningen: 1
2006 – Marco Andretti
Als zoon van Michael Andretti en kleinzoon van Mario Andretti kon het niet missen of Marco Andretti zou ook coureur worden. Via de Star Mazda en de Indy Pro Series maakte Andretti in 2006 zijn Indy Racing League debuut voor het team van zijn vader, Andretti Green Racing. Al in zijn vierde race zorgde de jongste telg van de Andretti familie bijna voor een sensatie door met slechts 0,06 seconde verschil naast de overwinning in de Indianapolis 500 te grijpen. Later dat jaar volgde op de Sonoma Raceway wel zijn eerste overwinning en eindigde hij zijn rookie seizoen op een knappe zevende plaats, waarmee de Rookie of the Year titel binnen was.
Andretti werd een vast gezicht in de top tien en pakte tot op heden 20 podiumplaatsen, maar hij zou tot 2011 moeten wachten voordat hij op de Iowa Speedway zijn tweede overwinning mocht bijschrijven.
Sinds 2016 heeft Andretti het echter lastiger en is vaker buiten de top tien te zien dan erin. 2020 was ondanks een pole position in de Indianapolis 500 zonder twijfel zijn moeilijkste seizoen met een 20ste plaats in het kampioenschap, rijdend in een wagen waar hij sinds 2019 mede-eigenaar van is.
Statistieken van Marco Andretti
Klassering in rookie-seizoen: 7e
Aantal seizoenen actief: 15
Gereden races: 236
Aantal overwinningen: 2
2007 – Ryan Hunter-Reay
Als 2007 Rookie of the Year is Ryan Hunter-Reay een vreemde eend in de bijt. De Amerikaan had voor zijn debuut in de Indy Racing League al drie seizoenen in de Champ Car World Series gereden, waar hij twee overwinningen had behaald en in 2004 als negende in het kampioenschap was geëindigd. In 2005 werd hij met nog twee races te gaan door Rocketsports aan de kant geschoven.
Het zag er niet best uit voor zijn carrière en in 2006 kwam hij niet verder dan het rijden van enkele GrandAm races. Ook in 2007 lukte het Hunter-Reay niet om een stoeltje te bemachtigen, totdat hij pas laat in het seizoen met nog zes races te gaan de kans kreeg om in de Indy Racing League Jeff Simmons bij Rahal Letterman Racing te vervangen. In deze races zou de Amerikaan drie top tien finishes behalen, waarmee hij voldoende punten behaalde om de andere – ook parttime – rookies te passeren.
Een jaar later zou hij zelfs zijn eerste overwinning behalen, maar na dit seizoen vielen sponsors bij Rahal weg en stond hij weer op straat. Met dank aan IndyCar sponsor IZOD kon Hunter-Reay bij Vision Racing voor een aantal races in 2009 terugkeren, waarna hij het seizoen afmaakte bij AJ Foyt Racing als vervanger van de geblesseerde Vitor Meira. Een jaar later maakte hij de overstap naar Andretti Autosport en pakte voor dit team in 2012 zelfs het kampioenschap. Sindsdien in Hunter-Reay een vaste waarde in de top tien en rijdt naar verwachting volgend jaar zijn twaalfde seizoen bij Andretti Autosport.
Statistieken van Ryan Hunter-Reay
Klassering in rookie-seizoen: 19e
Aantal seizoenen actief: 17
Gereden races: 244
Aantal overwinningen: 18
Aantal kampioenschappen: 1
FotografieIMS
Ga naar de loginpagina om in te loggen of creëer een nieuw account!