‘Dreyer & Reinbold Racing bijna klaar voor terugkeer in de Indy 500’

Dreyer & Reinbold Racing staat volgende maand zo goed als zeker aan de start van de Indianapolis 500, zo meldt RACER magazine. Het team dat zich vorig jaar nog na de Indy 500 terug moest trekken vanwege financiële problemen heeft nu bijna alles rond om dit jaar de klassieker te rijden. Met welke coureur het team aan de start zal verschijnen is tot op heden nog onbekend.

“We hebben nog niet onder elk contract een handtekening gezet, maar we zitten bijzonder dichtbij,” verklaarde teambaas Dennis Reinbold tegenover RACER. “Het gaat zeker gebeuren en we doen het onder de naam Dreyer & Reinbold/Kingdom Racing. We staan op het punt om de coureur vast te leggen en ditzelfde geldt ook voor de motorleverancier.”

De naam ‘Dreyer & Reinbold / Kingdom Racing’ duidt erop dat Davey Hamilton ook bij dit team betrokken zal zijn. Zeer opvallend, aangezien Hamilton ook mede-eigenaar is van de Schmidt Peterson Motorsports bolide van Simon Pagenaud. De samenwerking met Hamilton zou erop kunnen duiden dat Dreyer & Reinbold Honda motoren zou kunnen krijgen, al wijst het feit dat Dreyer & Reinbold vorig jaar met Chevroletmotoren reed en Honda al veel meer wagens op de grid heeft er op dat Chevrolet een logischere partner zou zijn.

Qua rijder is er tot op heden nog veel onduidelijkheid. De enige naam die de afgelopen weken in verband is gebracht is de #22 Dreyer & Reinbold bolide is Paul Tracy, welke in 2011 zijn laatste IndyCar race reed.

Na de Indy 500 hoopt Dreyer & Reinbold weer een raceprogramma op te zetten, te beginnen met het rijden van enkele andere races in 2014 om volgend jaar weer fulltime terug te keren.

“Het is mogelijk dat we na Indy terugkeren, maar dat zal afhangen van hoe we in Indianapolis presteren,” vervolgde Reinbold. “We zullen de Grand Prix of Indianapolis zeker niet rijden en qua budget hebben we nu alleen voldoende financiële middelen om de Indy 500 te rijden. We hopen dit jaar nog één of twee andere races te rijden, als we het benodigde budget kunnen vinden, maar ons voornaamste plan is om volgend jaar weer fulltime aan de start te staan.”