IndyCar verkort het Rookie Orientation Program voor de Indy 500

De IndyCar Series heeft het Rookie Orientation Program, het programma dat alle coureurs die voor het eerst deelnemen aan de Indianapolis 500 succesvol moeten doorlopen, iets ingekort. In plaats van vier fases, waarin coureurs binnen bepaalde snelheidscategorieren moeten rijden, is het programma ingekort tot drie fases.

In totaal zullen de coureurs nog wel minimaal veertig ronden moeten rijden. In de eerste fase krijgen de rookies de opdracht om tien ronden tussen de 200 en 205 mph te rijden, waarna in de tweede fase de snelheid op wordt gevoerd en er vijftien ronden tussen de 205 en 201 moeten worden afgelegd. In de afsluitende fase zullen de rijders vijftien ronden met een gemiddelde snelheid van meer dan 201 mph rijden. Tijdens het Rookie Orientation Program worden de rijders bijgestaan door ervaren coureurs als Arie Luyendyk en Tony Kanaan.

“Terwijl we ons nu op de Indy 500 richten, vonden we het belangrijk dat onze rookies tijdens het Rookie Orientation Program meer kwalitatief goede ronden moesten rijden, op relevantere snelheden,” zei IndyCar Series wedstrijdleider Beaux Barfield. “Tijdens het rijden van deze ronden jureren we de rijders op wagencontrole, wagenpositionering en een constant rijpatroon, gecombineerd met de eisen die we stellen qua gemiddelde snelheden.”

Donderdag (10 mei) vind het Rookie Orientation Program plaats op de Indianapolis Motor Speedway. Aan dit programma nemen dit jaar acht rookies deel: Jean Alesi, Rubens Barrichello, Bryan Clauson, Wade Cunningham, Katherine Legge, James Jakes, Josef Newgarden en Simon Pagenaud. Daarnaast moet ook Michel Jourdain een dit programma doorlopen, omdat hij in 1996 voor het laatste in Indianapolis in actie was gekomen. Sebastien Bourdais – die eerder de race in 2005 reed – zal een opfrissingscursus moeten volgen.